To big to fail: ‘Het stoppen van Jongerius is echt alarmfase 1’

Dit Topartikel wordt u gratis aangeboden. Op de hoogte blijven? Meld u aan voor de gratis nieuwsbrief.
„Het stoppen van Jongerius is echt alarmfase 1,” zegt Bos bezorgd. „We zijn niet alleen bezig voor ons eigen bedrijf, maar vooral ook voor een hele sector. Dit kan op korte termijn een enorm productiegat opleveren en een structurele verzwakking veroorzaken op de langere termijn.”
Eerst het kennisniveau redden
Bos kent Jongerius redelijk goed. Hij spreekt van eerdere ‘instabiliteit’ in het verleden en maakte zich al langer zorgen. „Ik heb in het verleden ook regelmatig gesprekken gevoerd met Jongerius. Toen dit bericht kwam, ben ik direct gaan schakelen met een aantal mensen met specialistische opkweekkennis. Voor de medewerkers van Jongerius is het ook zuur. Ze hebben ziel en zaligheid gegeven aan het bedrijf. Die gun je ook werk in een mooie plantenkwekerij die de overgebleven markt kan bedienen. Je merkt in de sector ook heel veel gevoel van betrokkenheid naar dit team.”
De eerste dagen na het nieuws waren cruciaal volgens Bos. „Als een bedrijf omvalt, is er veel paniek. Ik hoorde dat medewerkers ander werk aan het zoeken waren. Maar het eerste dat je moet redden is het kennisniveau, dan de machines en dan de locatie om eventueel een nieuwe, mogelijk wat kleinere kwekerij te kunnen beginnen.
Bos vormt samen met twee anderen een kleine werkgroep die probeert te voorkomen dat het opkweekstructuur naar en in Nederland overeind blijft. „Ik ben nu fulltime bezig kijken wat er te redden valt. Als een soort brandweer.”
700 klanten: van CSA tot grote bedrijven
Volgens Bos levert Jongerius plantgoed aan zo’n 700 klanten, uiteenlopend van grote biologische telers tot kleinschalige CSA-bedrijven. „Bijna iedereen heeft met Jongerius te maken” zegt Bos. In principe kent Jongerius een gezonde bedrijfsvoering, onderzocht moet worden waar de problemen zijn ontstaan geeft Bos aan.
Snel schakelen
Bos nam direct contact op met sectorkenners, en representatieve afnemers met verschillende productieniveaus in de buitenteelten. Ook heb ik veel plantenkwekers gesproken, ook een aantal die geen directe belangen hadden en interessante expertise hadden. Voorts ben ik gaan schakelen met twee onafhankelijke sectorkenners en hebben we voortouw genomen voor een initiatief dat de schade enorm kan beperken. Uiteraard houden we ruggespraak met onder andere Jan Groen en meerdere betrokken collega’s.
Het kennisniveau bij Jongerius en de infrastructuur daar terplekke zijn van onschatbare waarde. Dus het is even de vraag hoe we dit opnieuw opbouwen. Snelheid is essentieel. „Er moet binnenkort al gezaaid worden om de normale schema’s te kunnen halen. Er is niet veel tijd.”
Rugdekking vanuit de sector
Om de continuïteit te waarborgen zoekt de groep nu rugdekking vanuit de sector. „We zijn nu bezig met grotere partijen zoals grossiers en zaadfirma’s om back-up te geven. Misschien bouwen we vanuit daar aan een soort collectief voor de sector.” De tijd dringt. „De salarissen van de medewerkers van Jongerius zijn de eerste termijn nog gedekt, maar daarna wordt het spannend. We moeten met een concreet plan komen om te kijken of we met de bestaande mensen en machines kunnen doorgaan, of dat we iets anders moeten bedenken.” Als biologisch plantgoed onvoldoende beschikbaar is, dan ontstaat een risico dat bio-wetgeving normale bedrijfsvoering vergaand in de weg komt te staan. Enige alertheid is wel geboden en mogelijk is er gezien de bijzondere omstandigheden wel overleg nodig met skal.
Collectieve oplossing nodig
Hoewel GrowOrganix mogelijk een deel van de activiteiten overneemt, lost dat volgens Bos niet alle zorgen op. „Er zijn mogelijk een aantal programma’s mee ingevuld, maar heel veel ook niet. Jongerius had zestien hectare vruchtgewassen in opkweek. De nieuwe initiatieven dekken, zoals leesbaar in de publicaties, ook lang niet de hele productie van Jongerius, vandaar mijn zorg en inspanningen.”
„Jongerius had een mooie balans tussen vruchtgewassen en het zogenaamde perspottenprogramma’s. Dus mogelijk schuilt er een gevaar in als dit in specialismes uiteen zou vallen. Denk hieraan ook aan de meer maatschappelijke functies dat Jongerius hiermee in staat was om zowel groot en klein het hele assortiment te bieden."
‘To big to fail’
Volgens Bos is de afhankelijkheid van Jongerius zo groot dat het verdwijnen van het bedrijf een gat slaat in de hele biologische keten. „Jongerius is too big to fail. Maar we hebben geen ministerie dat ingrijpt. Het zijn de ondernemers en brancheverenigingen die nu iets moeten doen.”
Misschien is een brede alliantie daarom wel gewenst. „Naar mijn zou een coöperatie wel passen, maar uiteindelijk heb je vooral ook financieel slagkracht nodig. We hebben een heel groot sectorbelang en misschien dat een paar brede schouders hier wat in kunnen betekenen. Denk aan Bejo, Udea, Rijk Zwaan, Odin. Met deze partijen worden de eerste gesprekken gevoerd.”
Oproep aan de sector
De boodschap van Bos is helder: „er is veel beweging momenteel en dat is goed. Maar na een week is het misschien ook goed om weer even rust te creëren. Op alle mogelijke manieren wordt namelijk gewerkt aan oplossingen.” Voor mensen die zelf ook een oplossing willen aandragen, hebben we een voorlopig mailadres opgericht: vragen_opkweek@protonmail.com
Jongerius is niet bereikbaar voor een reactie. Ekoland heeft ook brancheorganisatie Bionext gevraagd om een reactie, maar deze wil deze niet geven.



