Column: Ecologische Autoriteit is nog geen autoriteit

Minister Van der Wal van Natuur en Stikstof stelde twee jaar geleden de Ecologische Autoriteit in. Het doel was een onafhankelijk orgaan te creëren dat gezaghebbende uitspraken kon doen over de staat van de natuur en dat overheden van advies kon voorzien.
Adviezen van de Ecologische Autoriteit zijn er inmiddels volop. Een bundeling hiervan ging vergezeld met een persbericht: ‘Nu extra natuurmaatregelen nodig om stikstofcrisis te doorbreken.’ De Ecologische Autoriteit vindt blijkbaar dat de stikstofdepositie in veel natuurgebieden te hoog is, alleen blijkt dat niet uit die adviezen. Het staat er wel, maar de Ecologische Autoriteit onderbouwt dit niet en heeft er zelf ook geen onderzoek naar gedaan. Navraag bij de Ecologische Autoriteit levert het antwoord op dat zij het onderbouwen niet tot haar taak rekent. In het sterk gepolariseerde debat over natuur versus landbouw zou dat wel enorm helpen. Het leidt dan waarschijnlijk ook tot betere adviezen.
Aamsveen
Het advies over de natuurdoelanalyse van natuurgebied het Aamsveen in Overijssel is hier een goed voorbeeld van. Ik stelde de afgelopen maanden een paar keer vragen aan de Ecologische Autoriteit om erachter te komen op basis van welke gegevens ze tot de uitspraak komt dat dit gebied verslechtert. De conclusie van mijn onderzoek is best schokkend. Het blijkt dat belangrijke informatie, zoals de ontwikkeling van typische soorten, niet is meegenomen. In plaats daarvan beroept de Ecologische Autoriteit zich op uitspraken van de beheerder tijdens een flitsbezoek.
Naar onderzoeksrapporten kijkt de Ecologische Autoriteit selectief. Uitkomsten die duiden op verbeteringen van de natuurkwaliteit laat ze links liggen. Rapporten die volgens haar verslechtering aantonen, geven geen trend weer, maar zijn een momentopname. En het woekeren van de adelaarsvaren komt volgens de Ecologische Autoriteit mede door de hoge stikstofdepositie, terwijl in die rapporten staat dat verdroging de oorzaak is. De claim van de Ecologische Autoriteit dat de stikstofdepositie snel naar beneden moet om de natuur niet verder te laten verslechteren, wordt dus niet aangetoond.
Beperkte deskundigheid
De vraag is waarom de Ecologische Autoriteit op deze manier te werk gaat. Daar zijn verschillende verklaringen voor te geven, hoewel dat een beetje giswerk is. Bij de oprichting ervan werd gepleit om niet alleen ecologen in de werkgroepen van deskundigen op te nemen, maar ook agronomische deskundigheid. Dat zorgt voor een breder spectrum aan kennis, waardoor de adviezen beter zouden worden. Ook leidt het binnen de werkgroepen tot meer discussie en uitwisseling van argumenten, wat de advieskwaliteit kan bevorderen.
De Ecologische Autoriteit nam die aanbeveling niet over. Veel van de werkgroepleden hebben al een mening over oorzaken, vaak dezelfde. En als ze dan tijdens een flitsbezoek een adelaarsvaren zien groeien, denken ze meteen aan stikstofdepositie in plaats van aan hun opdracht om tot een goede analyse te komen.
Moordend tempo
Een tweede verklaring kan de druk vanuit de overheid zijn. Minister Van der Wal wilde dat provincies op stel en sprong met natuurdoelanalyses kwamen. In dat moordende tempo ging de Ecologische Autoriteit mee. Dat is een eigen keuze. Als ze zichzelf als organisatie serieus neemt, en dat zou toch moeten wanneer het woord ‘autoriteit’ in de naam zit, dan bepaalt ze zelf de snelheid. Die is namelijk afhankelijk van hoeveel tijd er nodig is om tot een goed advies te komen. In het Aamsveen is dat aantoonbaar niet gelukt.
Welke oorzaken er ook aan ten grondslag liggen, de keuzes van de Ecologische Autoriteit leveren nu adviezen op waar terecht forse kritiek op is. Op deze manier is de Ecologische Autoriteit alleen in naam een autoriteit. Ze is een verlengstuk van de overheid, in plaats van een krachtig onafhankelijk instituut dat de Tweede Kamer wenste. Je zou het ook verspilling van belastinggeld kunnen noemen.




