Natuurkwaliteit in Utrecht niet goed, meer maatregelen nodig

Utrecht heeft in totaal negen stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. Voor zes heeft de provincie een natuurdoelanalyse gemaakt. Het gaat om de gebieden Zouweboezem, Uiterwaarden Lek, Kolland & Overlangbroek, Botshol en Binnenveld.

Voor de andere drie gebieden zijn andere provincies aan zet om een NDA te maken.

Conclusie

De conclusie is dat bij alle Natura 2000-gebieden de conclusie 'nee tenzij' is vastgesteld. Dit betekent dat verslechtering niet uit te sluiten valt. Er komt nog te veel stikstof in de natuur, en ook verdroging en versnippering maken dat de natuur nog steeds achteruit gaat. Een algemene reactie op de NDA’s vindt Utrecht lastig, omdat de provincie diverse natuur kent: van veenweidegebieden in het westen, tot weidevogelgebieden in het noorden en rivierlandschap in het zuiden. De natuurdoelen verschillen daarmee sterk per gebied.

Omdat de natuur kan verslechteren, zijn er in alle Utrechtse Natura 2000-gebieden zijn aanvullende maatregelen nodig. Het gaat om maatregelen voor zowel binnen als buiten de gebieden.

Maatregelen

Naast het verlagen van de stikstofuitstoot wordt er gewerkt aan het hydrologische systeem, aan het aan elkaar verbinden van natuurgebieden, het terugdringen van exoten en het verminderen van chemische stoffen uit de landbouw.

Deze maatregelen worden opgenomen in het Utrechts Programma Landelijke Gebied dat op 1 juli 2023 wordt ingediend bij het Rijk. Hoe deze aanvullende maatregelen het best toegepast kunnen worden, is onderdeel van de gebiedsprocessen.

Geen vergunningsstop

In tegenstelling tot Brabant, kiest Utrecht er niet voor om een provinciale vergunningsstop in te stellen naar aanleiding van de natuurdoelanalyses. Utrecht bekijkt per individuele aanvraag of het mogelijk is om een vergunning af te geven of niet. De NDA's worden hierbij betrokken. De mogelijke consequentie is dat vergunningen minder makkelijk of niet afgegeven kunnen worden.

Bekijk hier de natuurdoelanalyses