'Lege' Eempolder breekt verhuisplan veehouder uit Soest op

Want hoewel de hoogste bestuursrechter de veehouder in hoger beroep in het gelijk stelt, schiet hij daar weinig mee op, zo blijkt vandaag uit een einduitspraak. De Raad van State tikt daarin de gemeenteraad van Soest op de vingers, omdat die aanvankelijk geen goed verhaal had waarom de veehouder zijn bedrijf niet van de Insingerstraat naar de Van den Breemerweg kon verplaatsen. Immers, daar was jarenlang over gesteggeld met de provincie Utrecht.
Open landschap
Nadat die uiteindelijk toch een uitzondering op haar strenge beleid wilde maken, trok de gemeenteraad, na verkiezingen, opeens de stekker uit het verhuisplan. Voor die ommedraai had de gemeente aanvankelijk geen goede ruimtelijke argumenten. Maar na het opstellen van een nadere motivering bleek de gemeenteraad op het standpunt te staan dat een nieuwe veehouderij ten zuiden van de Van den Breemerweg het open en nog vrijwel onbebouwde zuidelijke deel van de Eempolder onaanvaardbaar zou aantasten. Want veruit de meeste bebouwing staan aan de noordzijde van de weg.
Dat Van Dorresteijn zijn nieuwe boerderij op een plek wilde bouwen waar al heel lang een schuur staat, vond Soest geen reden om alsnog toestemming te geven. En hoewel de Raad van State vindt dat de gemeenteraad aanvankelijk geen goede argumenten had, gaat het bestuursrechtscollege alsnog akkoord met de 'lege' Eempolder-redenering.
Schrale troost
Dat betekent dat Van Dorresteijn niet kan verhuizen maar wel dat Soest, die formeel te laat was met de nadere onderbouwing, al zijn proceskosten moet vergoeden. Dat zal een schrale troost zijn voor de veehouder die zijn bedrijf aan de Insingerstraat al had verkocht vanwege de oprukkende woningbouw.
Tekst: Jan van Ommen
Beeld: Agrio