‘Soest zou juist blij moeten zijn met extensieve blonde d’aquitaine veehouderij’

Om die reden heeft de veehouder zijn laatste hoop op ‘s lands hoogste bestuursrechter gesteld. Alleen die kan zijn door de Soester gemeenteraad afgeschoten plan voor een verhuizing van zijn vleesveehouderij van de Insingerstraat naar de Peter van Breemerweg nieuw leven in blazen. Of dat gaat gebeuren zal pas over enkele weken uit de uitspraak blijken. Maar tijdens de rechtszaak stelde rechter en staatsraad Liesbeth Steendijk zich behoorlijk kritisch op richting gemeente. De staatsraad vond het vreemd dat de gemeentebestuurders en ambtenaren de veehouder jarenlang het idee gaven dat het wel goed zou komen.
Grootste obstakel leek de provincie Utrecht. Die wilde geen ‘nieuwe’ veehouderij aan de Van Breemerweg hebben. Dat was in strijd met de strenge Provinciale Verordening Ruimte (PRV) Maar na tig overlegrondes en druk vanuit de gemeente bleek de provincie zo waar bereid een uitzondering te willen maken. Van Dorresteijn dacht dat alles rond was en verkocht in 2017 prompt zijn boerderij aan de Insingerstraat. Hij moest daar weg vanwege de oprukkende woningbouw. De domper kwam na de gemeenteraadsverkiezingen. De nieuwe gemeenteraad zag opeens een probleem in de verhuizing en trok uiteindelijk alsnog de stekker uit het plan.
Onbehoorlijk
Volgens Van Dorresteijn is dat onbehoorlijk bestuur en komt de gemeente haar eerdere toezeggingen niet na. „Uiteindelijk was het de GGS die als enige fel tegen mijn verhuisplan in 2018 tijdens de coalitiebesprekingen CU-SGP, VVD en D66 meetrokken. Daarna volgde nog een negatief advies van onderzoeksbureau Royal-Haskoning dat de gemeente doorslaggevend vond. Maar de bedoeling van dat onderzoek was alleen maar om de verhuizing te blokkeren.”
Ook staatsraad Steendijk wilde weten waarom de gemeente na een aanvankelijk welwillende meewerkende houding opeens aan de rem trok. Volgens de Soester raadsman gaf de ‘gebiedsvisie’ de doorslag. „In de gebiedsvisie was duidelijk vastgelegd dat het open landelijke gebied ten zuiden van de Breemerweg vrij van bebouwing moet blijven. Eventuele nieuwbouw kan alleen aan de noordkant van de weg. De gemeente heeft in dit dossier geen fouten gemaakt en is zeer zorgvuldig geweest. Dat de gemeente altijd bereid was om aan de verhuizing mee te werken betekent nog niet dat de eindbeslissing van de gemeenteraad over het bestemmingsplan ook positief moest zijn. De gemeenteraad heeft op goede gronden een eigen afweging gemaakt.”
Ex-wethouder
De raadsvrouw van de veehouder zag het anders en zei dat de gemeente daarvoor al zoveel toezeggingen had gedaan en verwachtingen had gewekt dat zij niet meer terug had mogen komen. Zij werd daarin gesteund door ex-wethouder Janne Pijnenborg. Zij voerde eveneens uitgebreid het woord en wees staatsraad Steendijk erop dat het gemeentebestuur alles in het werk stelde om de verhuizing mogelijk te maken.
De staatsraad wilde nog weten of het anno 2022 gezien de stikstofproblematiek nog steeds mogelijk is om een vleesveehouderij aan de Breemerweg te beginnen. Volgens de woordvoerders van Van Dorresteijn is dat zeker mogelijk, omdat het om een extensief veebedrijf met blonde d’aquitaine runderen gaat. „Soest zou juist blij moeten zijn met een veehouderij als deze. Het is een voorbeeld van hoe veehouderijen er in de toekomst uit gaan zien. Van Dorresteijn heeft voldoende stikstofrechten en een natuurvergunning om aan de Breemerweg te beginnen,” aldus zijn raadsvrouw.
Vier locaties
Staatsraad Steendijk wilde verder nog weten waar Van Dorresteijn nu zijn bedrijf heeft. Zijn veehouderij aan de Insingerweg heeft hij immers al in 2017 verkocht. „Mijn bedrijf zit nu op vier verschillende locaties. Dat is ontzettend veel werk en kost me heel veel tijd. Uiteindelijk zal ik toch naar één bedrijfslocatie moeten wil ik het vol kunnen houden. Het gaat niet alleen om mijn toekomst maar ook van mijn kinderen die het bedrijf willen overnemen,” aldus Van Dorresteijn.
Uitspraak volgt over enkele weken.
Tekst: Jan van Ommen
Beeld: Ruth van Schriek