‘Geen bewijs dat arbeidsmigranten in buurt bij kwekerijen werken’

Volgens de raadsman van bewoner Theo Klein is het ontwijken van een dikke planschadeclaim de belangrijkste reden van de gemeente om de kamerbewoning te legaliseren. „Omdat de gemeente ooit per abuis de bedrijfsbestemming van het pand van de buurman heeft weg bestemd en daardoor een planschadebedrag van een ton moest betalen, hebben ze gauw een legalisatieplannetje voor de arbeidsmigrantenhuisvesting erdoor gedrukt.” Volgens de raadsman voldoet het legalisatieplan immers niet aan Kaag en Braassems eigen arbeidsmigrantenbeleid. Want niet duidelijk is of de zeven huidige migranten wel binnen de gemeentegrenzen werken en of ze wel bij kwekerijen of glastuinbouwbedrijven werken. Ook werken ze niet bij het bedrijf van degene die hun de kamers verhuurt. Want die heeft geen kwekerij of agrarisch bedrijf. Ook rechter en staatsraad Aaldert ten Veen zei vandaag tijdens een rechtszaak in Den Haag dat hij na het lezen van de stukken eveneens de indruk kreeg dat de schadeclaim een doorslaggevende rol heeft gespeeld.
Woonbestemming
De gemeentewoordvoerster en raadsman van pandeigenaar en verhuurder Pim van Stratum ontkenden dat met klem, althans dat het de belangrijkste reden was. Volgens de gemeentewoordvoerster voldoet de huisvesting wel degelijk aan het nieuwe arbeidsmigrantenbeleid van Kaag en Braassem. Hoewel zij niet kon aangeven waar en bij welke bedrijven de migranten werkzaam zijn. Bovendien vindt de gemeente het veel beter een woonbestemming aan het voormalige bedrijfspand te geven dan opnieuw een bedrijfsbestemming. Van Stratum woont er zelf immers ook. En dat is volgens Kaag en Braassem tegelijk een goede garantie dat de overlast van de arbeidsmigranten voor de buurt beperkt blijft. Want Van Stratum houdt toezicht en grijpt in als er dingen gebeuren die niet door de beugel kunnen. Daar voegde de gemeentewoordvoerster nog aan toe dat er in dit geval niet zoveel verschil zit tussen gezinnen die daar mogen wonen en de arbeidsmigranten,”het gaat om vijf kamers waar maximaal twee migranten mogen wonen. Dat zijn vaak vriendinnen of echtparen. Die leveren echt niet veel meer overlast op dan een gezin met kinderen.”
Roken en praten
De raadsman van Klein zag dat een tikkie anders. „Polen zijn harde werkers en aardige mensen. Maar als ze na een lange werkdag thuis komen willen ze zich ontspannen. Dat gebeurt vaak buiten waar ze vaak staan te roken en praten. En allemaal op tien meter van de woning van Klein. Die overlast is echt niet te vergelijken met een gezin.” Volgens Klein heeft hij al vele jaren veel last van de arbeidsmigranten, die daar tot nog toe illegaal zaten. Van Stratum gaf toe dat het in het verleden wel eens mis is gegaan en dat hij mensen de wacht aan moest zeggen en zelfs de stroom op de kamers had afgesloten,”maar sinds anderhalf jaar gaat het veel beter. We selecteren anders en er komen nu migranten die geen overlast geven. Veder heb ik aangeboden om de buitenruimte waar de migranten zitten verder van de woning van Klein af te leggen.” Volgens Klein helpt dat allemaal niet,”er is teveel overlast. Ze zitten veel te dicht bij mijn woning en die van de buren. Dit is alleen maar gedaan om Van Stratum tegemoet te komen. Die verdient straks met de verhuur aan tien arbeidsmigranten nog een veelvoud van het oorspronkelijke planschadebedrag.” De Raad van State doet over enkele weken uitspraak.
Tekst: Jan van Ommen
Beeld: Agrio