Noord-Holland wil duidelijkheid over ‘ammoniak van zee’

Johan Remkes is namens het kabinet aangesteld als onafhankelijk gespreksleider. De afgelopen weken heeft Remkes al meerdere gesprekken gevoerd met onder andere landbouwvertegenwoordigers, ketenpartijen en bouwend en ondernemend Nederland. Maandag 22 augustus was het de beurt aan provincies om aan te schuiven bij Remkes.

Tijdens het gesprek wees Rommel Remkes op het feit dat Noord-Holland al langer bezig is met de gebiedsgerichte aanpak.Ze gaf aan dat de provincie voor die aanpak wel financiële middelen van het Rijk nodig heeft. Ook wordt de gebiedsgerichte aanpak nog bemoeilijkt door enkele onduidelijkheden. Eén van die onduidelijkheden betreft een bron van stikstof waar Noord-Holland - en de 2 andere kustprovincies Zuid-Holland en Zeeland - mee te maken heeft. Deze bron heette voorheen ‘ammoniak van zee’, maar is inmiddels omgedoopt tot ‘meetcorrectie’. Voor de provincie is nog niet duidelijke wat dit inhoudt en waar het vandaan komt.

Rommel legt uit: „Voor ons is het echter van groot belang om daar achter te komen. Ter vergelijking: het percentage uitstoot van de landbouw in de duinen van Den Helder en Callantsoog is slechts 18 procent. De zogenaamde meetcorrectie is maar liefst 29 procent, dat is bijna een derde van de totale uitstoot.”

Evenredig bijdragen

Provinciale Staten van Noord-Holland willen dat elke sector dus ook de industrie zoals TATA Steel en Schiphol evenredig bijdragen aan de stikstofafname. Omdat nu nog niet bekend is wat die zogenaamde meetcorrectie inhoudt weet Noord-Holland nog niet hoe ze die bron moeten laten afnemen. „En we kunnen die last niet op de andere sectoren leggen,” vervolgt Rommel.

“Ik heb daarom nogmaals benadrukt bij Remkes en de aanwezige ministers dat we deze informatie nodig hebben. Het RIVM is inmiddels bezig met een onderzoek. Ik hoop de resultaten snel te ontvangen, want we moeten op 1 juli 2023 de minister laten weten hoe we de stikstofuitstoot gaan terugbrengen.”