Bollenschuur moet gesloopt, maar Heemskerk moet proceskosten betalen

Zonneveld stopte in 2010 met zijn bedrijf. Hij maakte van zijn bedrijfswoning een tuinderswoning waar hij als gepensioneerde boer in bleef wonen. Dat mag van de gemeente Heemskerk. Maar hij moest wel een grote schuur bij de woning afbreken. Eerder wilde de gemeente de zaak met de woning niet rond maken. Een besluit is er nog steeds niet. Daarover ontstond een strijd die drie keer bij de Raad van State op tafel heeft gelegen.

Zonneveld vertikte het de schuur af te breken omdat die op een ander kadastraal perceel staat dan zijn woning. Hij verhuurt de schuur aan een agrarische stichting. De huurinkomsten kan hij niet missen. De Raad van State bepaalde woensdag echter dat de gemeente gelijk heeft. In de oude en nieuwe provinciale verordening staat dat bij omzetting van bedrijfswoningen naar tuinderswoningen de agrarische bebouwing moet worden afgebroken. Dat de gebouwen op andere kadastrale percelen staan maakt niet uit.

Uitzonderlijk

De gemeente wil zo twee vliegen in een klap slaan. Tuinders die stoppen kunnen blijven wonen in hun huizen. Ze stoten hun agrarische bouwblokken af waardoor andere tuinders kunnen uitbreiden. Het is uitzonderlijk dat de overheid veroordeeld wordt in de proceskosten terwijl de rechter de zaak wel in het voordeel van de gemeente heeft beslist.