Fotoserie: Bezoek uit de Tweede Kamer bij boeren in Eemland

Het grootste deel van de ruim zestig aanwezigen vrijdag 12 november was boer in Eemland. Naast Tweede Kamerleden Van Campen en Boswijk waren ook lokale bestuurders uit de gemeente aanwezig bij het jaarlijkse dagje uit met de politiek. Eerst vertelden de boeren Gert Jan de Jong en Gerwout Netjes namens collectief Eemland meer over het agrarisch natuurbeheer in het gebied. Het collectief is een van de kleinste van Nederland met zo'n 90 deelnemers die afgelopen jaar 2700 hectare beheerden. Toch is het weidevogelsucces in het gebied enorm en waren er afgelopen jaar bijna 1800 broedparen. Ook blijft dit aantal de laatste jaren stabiel of stijgend. De twee boeren beaamen dat dit komt door de enorme inzet van de boeren en de vele plasdrasgebiedjes verspreid over het werkgebied.

De boeren verzochten aan het eind van hun presentatie de politieke aanwezigen om natuurbeheer dus ook vooral bij boeren te laten omdat ze hier laten zien dat de boeren dat kunnen. Van Campen en Boswijk zijn dat met de boeren eens. Boswijk: „Thom en ik proberen ons in de Kamer sterk te maken voor het laten uitvoeren van natuurbeheer door boeren. Blijf ons dus ook vooral voeden met praktijkvoorbeelden zoals hier zodat wij die mee terug kunnen nemen naar Den Haag om ze er daar ook van te overtuigen.”

Toespraak vanuit de melkcarroussel

Na de presentatie stond er een bus klaar om alle aanwezigen naar het melkveebedrijf van Coen Wantenaar te vervoeren. Wantenaar heeft samen met zijn vrouw Marieke een melkveebedrijf met 150 melkkoeien in Soest (UT). De groep wordt naar de melkput begeleid waar Wantenaar ze, zittend op zo'n twee meter hoogte, opwacht. In de carrousel melkstal begint Wantenaar zijn verhaal over het melkveebedrijf. Hij is de derde generatie die op het melkveebedrijf boer is. „Het allerbelangrijkste is voor ons de gezondheid van de koeien daar zijn we dan ook het grootste deel van de dag mee bezig. We hebben een huiskavel van 25 hectare maar huren ook grond bij. Toen er plannen kwamen voor een zonnepark in de buurt van waar wij grond huren, was dat wel even schrikken. Dat vormt voor ons een uitdaging. We zitten ingeklemd tussen Soest en Amersfoort. Een gebied waar veel gebeurt, maar we hopen hier gewoon te kunnen blijven boeren.”

Beleid voor lange termijn

Tijdens zijn verhaal vertelt Wantenaar hoe hij is getroffen door de fosfaatrechten. „Onze stal is gebouwd in 2008 en biedt plaats voor 170 melkkoeien, maar door beleid houden we er nu iets minder. Wij hadden bedacht om na de bouw van de stal rustig door te groeien met eigen opfok. Dat is dus iets anders gelopen. Ik ga het beleid verder niet de schuld geven van iets, we kunnen er wel mee door, maar ik verzoek de politiek in Den Haag wel om beleid voor de lange termijn.”

Van Campen vraagt aan Wantenaar hoe hij hoopt dat de toekomst eruit ziet. Daarop antwoordt de melkveehouder: „Ik hoop dat we een stevig melkveebedrijf kunnen opbouwen waar we ook een goede boterham mee kunnen verdienen en dat in harmonie met de omgeving. Dat zijn een paar clichés achter elkaar, maar ik hoop echt dat onze toekomst er zo uit ziet.” Boswijk geeft aan op een later moment graag nog een keer terug te komen bij de melkveehouder. „Ik heb nog nooit in zo'n soort melkstal gemolken, dus daar kom ik graag nog een keer voor terug.”