Landbouwverkeer mag niet over Irenebrug Uithoorn; teleurstelling bij Cumela

In oktober 2014 heeft de gemeente Uithoorn een ontwerpbesluit om doorgaand verkeer te weren op het deel van de Koningin Máximalaan tussen de Prinses Irenebrug en de Laan van Meerwijk ter inzage gelegd. Bijna een jaar later kondigde de gemeente een stappenplan aan waarbij zij een tijdelijke inrichting wilde instellen, omdat de definitieve inrichting van het dorpscentrum nog niet is vastgesteld. Hiervoor nam de gemeente in 2016 een verkeersbesluit aan waarbij onder meer landbouwverkeer wordt geweerd uit het dorpscentrum.

Teleurgesteld

„Wij zijn teleurgesteld over de uitspraak van de Raad van State. Over de Prinses Irenebrug rijden straks nog steeds vijfduizend auto’s en ook vrachtwagens die het winkelcentrum in Uithoorn bevoorraden. Ook zonder landbouwverkeer rijdt er nog steeds zwaar vrachtverkeer en veel overig verkeer. De route heeft daarmee nog steeds een belangrijke verkeersfunctie. Wij hadden verwacht dat de impact van de zeventien landbouwvoertuigen dan ook in het niet zou vallen”, vindt Hero Dijkema, beleidsmedewerker (land)bouwverkeer en vervoer van Cumela Nederland.

Bezwaar

Het gemiddelde van zeventien landbouwvoertuigen vormde onderdeel van het verweer tegen gemeente Uithoorn. „In deze procedure is uitgegaan van gemiddeld zeventien landbouwvoertuigen die per dag gebruik maken van de Prinses Irenebrug”, zegt de beleidsmedewerker.

Cumela Nederland vindt dat de gemeente niet voldoende heeft onderbouwd waar de hinder of overlast van landbouwverkeer uit bestaat. Dijkema: „Een goede onderbouwing ontbreekt ons inziens ook voor de aantasting van leefbaarheid en verkeersveiligheid in de kern van Uithoorn. Zeker in het licht van het relatief geringe aantal landbouwvoertuigen ten opzichte van de vijfduizend auto’s die in de eindsituatie nog steeds over Prinses Irenebrug blijven rijden.”

Onder meer Cumela Nederland, LTO Noord, agrarische onderneming Agrimm en de gemeenten De Ronde Venen en Nieuwkoop maakten bezwaar tegen het besluit van de gemeente Uithoorn om landbouwverkeer te weren uit de dorpskern. Rechtbank Amsterdam oordeelde in 2017 dat de beroepen ongegrond waren. Vorige week stelde de Raad van State de gemeente in hoger beroep opnieuw in het gelijk.

Impact

„De Raad van State onderkent dat de gevolgen van de afsluiting voor het landbouwverkeer groot zijn. Maar de omrijdroute van 13,5 kilometer via Ringdijk Tweede Bedijking, Oude Spoorbaan en de N231 over de Vrouwenakkersebrug acht de Raad van State voldoende geschikt voor landbouwvoertuigen”, stelt Dijkema.

Hij vindt het bijzonder ‘dat de impact van het landbouwverkeer over een route van 500 meter door Uithoorn als groter wordt ingeschat dan 13,5 kilometer omrijden’. Dijkema: „De uitspraak gaat helaas voorbij aan het belang van oeververbindingen zoals bruggen voor het landbouwverkeer. Wel wordt erkend dat afsluiten ervan grote gevolgen heeft voor het landbouwverkeer. Maar veel omrijden wordt toch niet als bezwaarlijk gezien. Dit valt toch slecht uit te leggen aan de bedrijven die worden getroffen door een dergelijk besluit.”