'Ook als je eieren aan Duitsland levert IKB erkenning zinvol'
Dat zegt voorzitter Hubert Andela van de Algemene Nederlandse Vereniging van Eierhandelaren en Eiproductfabrikanten (Anevei) na vragen van Pluimveeweb.nl. Na de fipronilcrisis kwam er vanuit de sector veel kritiek op kwaliteitssysteem IKB omdat Chickclean, zusterbedrijf van Chickfriend, IKB-erkend was voor het ontsmetten van stallen.
Critici stellen dat een IKB-erkenning overbodig is als je als leghennennhouder KAT-gecertificeerd bent en je eieren aan Duitsland levert. Maar volgens Andela is dit een grote misvatting.
Nederlandse eierhandelaren eisen een IKB-erkenning. Pluimveehouders, die produceren voor de Nederlandse retail, moeten verplicht IKB erkend zijn omdat de Nederlandse retail dat eist. Maar ook wanneer je eieren voor de Duitse markt bestemd zijn, eisen eierhandelaren dit. Eierhandelaren willen flexibel zijn. Wanneer er een tijdelijk tekort is in Nederland kunnen ze nog wat schuiven met de eieren. En een deel van de eieren die normaliter voor de Duitse markt bestemd zijn, tijdelijk in de Nederlandse schappen leggen.
Eind juli verzwaarde IKB de eisen. Vanaf 1 juli volgend jaar moeten alle IKB-deelnemers over een (doorloop)douche beschikken. De reacties hierop vanuit de sector waren erg wisselend; er waren zowel voor- als tegenstanders van deze maatregel.
IKB doe je voor jezelf, niet voor je afnemer
Voor IKB Ei kwam daar nog bij dat leghennenhouders hun eieren nu standaard twee keer per jaar moeten laten onderzoeken op aanwezigheid van residuen. Andela is voorstander van beide extra eisen.
De redenering dat je extra hygiemaatregelen en extra onderzoek op residuen alleen voor je afnemer doet, klopt niet. Dus of je eieren alleen naar Duitsland gaan of voor een deel of helemaal in Nederland blijven, de verzwaringen in IKB, zijn in beide gevallen de moeite waard. Je zult nooit n op n precies kunnen uitrekenen wat je aan narigheid op je eigen bedrijf of voor de BV Nederland voorkomt met het investeren in hygiemaatregelen. Maar niets doen om risicos van dierziekten, voedsel bacteri of residuen verder te verkleinen, is geen optie voor een sector met 300 procent zelfvoorziening. Je doet investeringen in IKB als pluimveehouder dus voor de toekomst van je eigen bedrijf, voor niemand anders ,reageert Andela.
Hogere segment
De Nederlandse legsector moet zich richten op het leveren van kwaliteitsproducten uit het hogere segment. Op kostprijs kunnen we Polen en zeker de Oekrae niet verslaan. Die landen kunnen veel goedkoper kooi-eieren leveren voor voedingsproducten. Door biologische, vrije uitloop en scharreleieren van goede kwaliteit op de West-Europese markt te leveren, kunnen we ons onderscheiden. Wanneer we zaken kunnen verbeteren, moeten we dat zeker niet nalaten.
