Worsteling in Zuid-Hollandse politiek over gebruik data en onderbouwing stikstofplan Sane

Vraagtekens waren er bij de juridische houdbaarheid van het stikstofplan met de vier onderdelen (geborgde emissiereductie ammoniak melkveehouderij, strategisch grondbeleid, de aanpak van drukfactoren en maatregelen voor de industrie en mobiliteit). Zowel linkse als rechtse partijen wilden daarom meer duidelijkheid over de ecologische effectiviteit van bepaalde maatregelen en of daar niet meer onderzoek naar gedaan moet worden.
Het college van Gedeputeerde Staten nam een duidelijk standpunt in. „Bij onderzoek is er nooit sprake van eenduidig resultaat", vertelt gedeputeerde Mariëtte van Leeuwen (BBB). „Als u een andere onderzoeker naar iets vraagt, zal hij andere accenten leggen. We denken met de uitgevoerde onderzoeken een goede hoofdlijn te pakken te hebben. We denken ook niet dat meer informatie tot in de details, onze aanpak tot een ander inzicht zou leiden. Ik zou het ook niet als vertragingstechniek willen inzetten. Dat kan namelijk tot ongerustheid en zorg in de gebieden leiden."
Gebruik verouderde data
Eén van de vragen over de ecologische en juridische effecten met betrekking tot Sane, kwamen van Ad Merks (BBB) en Nico de Jager (SGP). Zij wilden weten waarom er voor het bepalen van de hoeveelheid stikstofdepositie op de Natura 2000-gebieden gebruik is gemaakt van depositie- en emissiedata uit 2023 en niet van actuele data, omdat dat heel wat uit kan maken bij het invoeren van de maatregelen.
Volgens Van Leeuwen kan dat niet anders. „Data heeft altijd vertraging voordat het gevalideerd is om te kunnen gebruiken. In de recente update van Aerius is data uit 2023 toegevoegd. We lopen dus twee jaar achter. In ons voorstel is gebruikgemaakt van de meest recente data die we wetenschappelijk mogen gebruiken. Zo is het feitelijk."
Het is volgens haar ook nog te vroeg om het te hebben over de juridische houdbaarheid van Sane. „We zijn te allen tijde afhankelijk van een geborgd maatregelenpakket. U vindt als Staten dat we maatregelen moeten voorstellen met respect voor de gebiedsprocessen. We werken aan maatregelen die moeten leiden tot een geborgd maatregelenpakket, waarmee de additionaliteit aangetoond kan worden (met additionaliteit wordt juridisch aangetoond dat verslechtering van stikstofgevoelige natuur niet gaat plaatsvinden. Vergunningen sneuvelen op dit moment op basis van te weinig onderbouwing van de additionaliteit, red.)."
'Meer onderzoek maakt uitkomst niet anders'
De vraag naar meer duidelijkheid en onderbouwing van maatregelen, was illustratief bij een debat over de zonering. BBB vroeg zich af of het plan voor de zonering van 250 meter rond de Nieuwkoopse Plassen & de Haeck niet losgelaten kan worden als dit leidt tot 'disproportionele beperkingen bij burgers'. De Partij voor de Dieren vraagt zich af of die afstand niet te weinig is en of er geen zonering van een kilometer nodig is.
Het nut dat die zonering nodig is staat vast en zou blijken uit een rapport van de Wageningen Universiteit. legde Van Leeuwen uit. „We kunnen nog veel meer onderzoek doen bij de Nieuwkoopse Plassen, maar de uitkomst daarvan zal niet anders zijn. Stikstofreductie in dat gebied is absoluut noodzakelijk. Tegelijkertijd willen we recht doen aan de inspanningen die in de regio worden verricht. Daarom willen we de invulling aan het gebiedsproces laten."
Nut van zonering
Tea Both-Verhoeven (CDA) haalde de inspreker van Boeren met Perspectief aan, die tijdens de hoorzitting vrijdag aangaf dat er bij het aanwijzen van het Natura 2000-gebied al 500 hectare agrarische grond is opgenomen. Een zonering zou daarom volgens de coöperatie een meerwaarde hebben. „Wat is de winst van zonering als de stikstofdepositie hoger is binnen de begrenzing van Natura 2000 dan daarbuiten?". Gedeputeerde Arno Bonte (GroenLinks-PvdA) vindt dat een aandachtspunt bij de nadere uitwerking van de zonering. „Het kan niet zo zijn dat er binnen de zonering meer maatregelen nodig zijn dan in de zones erbuiten."
Arjan Witte (ChristenUnie) was benieuwd of de stikstofzonering nog wel nodig is als het gebiedsproces voldoende oplevert. Van Leeuwen bleef bij haar antwoord: „Wat we zeker weten is dat de stikstofgevoelige natuur nabij Nieuwkoop minder belast moet worden. Op welke wijze we dat doen is niet het belangrijkste. Dat het moet gebeuren staat als een paal boven water. Met alle kennis die we tot onze beschikking hebben lijkt de zonering onvermijdelijk. Ik voel er wel wat voor om het investeringszones te noemen waarbij je enerzijds investeert in de natuur en anderzijds in de bedrijven die in zo'n zone zitten om te zorgen dat zij kunnen investeren."
Meetprogramma opzetten
BBB pleit voor een goed meetnetwerk voor ammoniak (NH3) als stikstofoxiden op te zetten, waarbij zowel de luchtconcentraties, natte- als droge depositie en waterkwaliteit ook meegenomen worden. Merks: „Zodat trends en maatregelen betrouwbaar te volgen zijn in de Natura 2000-gebieden en daarbuiten. Een goed meetnetwerk voor zowel ammoniak als stikstofoxiden biedt de basis voor goed beleid."
Van Leeuwen gaf aan dat dit meetprogramma er al is rond Nieuwkoop. „Daar wordt zowel droge als natte depositie gemeten. TNO en het RIVM meten de voortgang in netwerken en rapporteren daar elk halfjaar over. De eerste rapportage wordt in januari 2026 verwacht. Als u alternatieve ideeën heeft voor meetmethoden, dan horen we dat graag in de volgende behandeling in Provinciale Staten."
Uitstel besluit vervolgaanpak
Normaliter wordt de een bespreekstuk in de volgende Statenvergadering besproken. Deze is op 10 december. BBB, SGP, CDA en JA21, vroegen of een besluit over de vervolguitwerking van Sane niet pas in de Statenvergadering van woensdag 28 januari besproken kon worden. BBB wilde met zijn eigen achterban. gebiedspartners en met externe adviseurs overleggen en heeft daarom meer tijd nodig.
Gezina Atzema van coalitiepartij VVD vraagt zich af welk signaal je naar buiten geeft als je afwijkt van de normale procedure. Voor het college maakt het niet uit of Sane op 10 december of 28 januari wordt besproken. Van Leeuwen plaatste wel een opmerking. „U bepaalt zelf welk urgentiebesef u uitstraalt met uitstel of niet. Het effect buiten dit huis zal anders zijn als u de bespreking op 28 januari zal doen. Maar dat is uw politieke afweging."
De Zuid-Hollandse coalitiepartijen stemden verdeeld over het voorstel om het besluit over de vervolguitwerking uit te stellen tot januari. Een nipte meerderheid wil het stuk in december bespreken. 27 Statenleden (coalitiepartijen GroenLinks-PvdA en VVD en oppositiepartijen SP, PvdD, D66) willen het voorstel gewoon op 10 december in Provinciale State behandelenn. 25 pas eind januari (coalitiepartijen CDA, BBB en oppositiepartijen SGP, FvD en JA21).
Woensdag 10 december beslist Provinciale Staten of Gedeputeerde Staten door mag met de uitwerking of niet. Om aan de zorgen van de Staten tegemoet te komen, zegde Van Leeuwen toe dat ze de vervolguitwerking in elk geval nog een keer zal laten toetsen bij de Landsadvocaat op juridische houdbaarheid.

