Opinie: Grasland in de uitverkoop, nu met korting op gebruiksnormen!

Eerst over het CDM advies. Het bijzondere aan dat advies is dat bij de voorgestelde gebruiksnormen rekening is gehouden met het voldoen aan de grondwaternorm van maximaal 50 milligram nitraat per liter water. En wat zien we dan als uitkomst? De voorgestelde gebruiksnorm voor grasland op zand en löss is in alle gevallen gelijk aan het bemestingsadvies (365 kilogram (kg) stikstof (N) bij alleen maaien en 315 kilogram stikstof bij maaien en weiden). Bij maïs is de voorgestelde gebruiksnorm in zand-noord en zand-midden gelijk aan het bemestingsadvies (160 kg N). Alleen op zand-zuid en op löss zijn de voorgestelde gebruiksnormen lager dan het bemestingsadvies (resp. 103 kg N en 114 kg N).
Dit onderstreept nog maar weer eens dat het kwijtraken van de derogatie op graslandbedrijven onterecht is en nooit had mogen gebeuren.
Maar het wordt gekker
Je zou verwachten dat minister Wiersma de door de CDM voorgestelde gebruiksnormen één op één zou overnemen in het 8e NAP. Niets is minder waar. De minister kiest ervoor om de gebruiksnormen voor grasland en maïs op zand en löss met tientallen procenten te korten. Niet vanwege een probleem bij grasland, maar om overschrijdingen bij sommige akkerbouwgewassen te compenseren. Dat is niet alleen onlogisch, maar ook onrechtvaardig.
Maar, zoals we weten uit informatie van het ministerie, komt er blijkbaar een doelsturingsregeling waarbij de gebruiksnormen voor grasland in 2029 weer omhoog kunnen wanneer uit jaarlijkse metingen (per perceel) blijkt dat aan de grondwaterkwaliteitsnorm is voldaan. Maar, uit het CDM-advies blijkt dat graslandbedrijven sowieso al voldoen aan de waterkwaliteitsnormen. Waarom dan eerst korten en pas later compenseren? Dit voelt als een straf voor goed gedrag.
Alsof dat nog niet genoeg is…
De situatie wordt nog absurder in de zogenoemde ‘aandachtsgebieden’, die de huidige NV-gebieden vervangen. Hier vindt een extra korting plaats vanwege de kwaliteit van het oppervlaktewater. Ook op klei en veen. Maar is er überhaupt sprake van afspoeling vanuit grasland naar oppervlaktewater? En als de vervuiling afkomstig is van historische belasting of natuurlijke kwel, waarom worden boeren dan verantwoordelijk gehouden?
Ook deze korting kun je blijkbaar terugverdienen met doelsturing. En dan wordt het helemaal onlogisch: het probleem is de kwaliteit van het oppervlaktewater. De gebruiksnormen voor grasland worden extra gekort en uit N-mineraal metingen zal ongetwijfeld blijken dat het grondwater onder dat grasland voldoet aan de norm. De korting wordt dan weer opgeheven in 2029. Wat schiet het oppervlaktewater in dat aandachtsgebied daar mee op?
Snapt u het nog? Ik in ieder geval niet meer.
Ontmoediging behoud grasland
Ik onderschrijf dat behoud van grasland essentieel is voor het behalen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water. Toch werkt het huidige beleid eerder ontmoedigend dan stimulerend. Hoe krom is het dat je met doelsturing op een graslandbedrijf hoge meetkosten moet maken om iets terug te verdienen waar je gezien het advies van de CDM eigenlijk al recht op hebt?
De overheid heeft de mond vol over het stimuleren van het behoud van grasland, maar van stimuleren is hier volstrekt geen sprake. De hamvraag blijft: wat levert deze kostbare exercitie op voor de waterkwaliteit? Zolang de werkelijke oorzaken van vervuiling niet worden onderzocht en benoemd, blijft het beleid schieten met hagel. En als in 2028 blijkt dat de situatie niet is verbeterd, wat dan?
Tekst: Alien van Zijtveld
Beeld: Sorcha Tijmons De Agrofotograaf



