Langjarig agrarisch natuurbeheer belangrijk onderdeel nieuw natuurplan provincies

Het plan heeft als titel de 'Bouwsteen Natuur' gekregen. De ondertekenaars zijn ervan overtuigd dat met een structurele natuurherstelaanpak het land weer van het slot gehaald kan worden.
De bouwsteen richt zich op vier pijlers: meer inzet op agrarisch natuurbeheer, de bekostiging en borging van natuurbeheer, gericht natuurherstel en monitoring en bijsturing. Het doel is dat in 2030 zo'n zeventig procent van alle habitats in de Natura 2000-gebieden in een gunstige staat van instandhouding moet zijn. In 2035 gaat het om een percentage van negentig procent.
Geen extra wettelijke verplichtingen
Wat betreft agrarisch natuur- en landschapsbeheer, vinden de provincies, terreinbeherende organisaties, gemeenten en waterschappen dat er een effectief stelsel ingericht moet worden met goede randvoorwaarden. Boeren moeten langjarige contracten krijgen op basis van concurrerende vergoedingen en haalbare opgaven.
Beheer blijft vrijwillig en gebieden blijven een agrarische functie behouden, zo wordt vermeld in het plan. Ook staat er expliciet vermeld dat deelname aan ANLb niet mag leiden tot extra wettelijke verplichtingen.
Structureel geld blijft nodig
Het demissionaire kabinet sprak de wens uit om het areaal agrarisch natuurbeheer uit te breiden naar 195.000 hectare in 2030. Ook moest er structureel 500 miljoeneuro per jaar beschikbaar gesteld worden voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer. De initiatiefnemers van het plan vragen het Rijk om deze ambities door te zetten. 'Zonder deze middelen kan agrarische natuur- en landschapsbeheer niet verder worden uitgebouwd.'
De komende jaren moeten de partijen het uit het veld doen met de helft. Op de begroting van LVVN 2026 is 223 miljoen euro vrijgemaakt voor ANLb, in 2027 239 miljoen en 2028 zo'n 235 miljoen. De budgetten zijn ook afhankelijk van hoeveel het nieuwe kabinet voor agrarisch natuurbeheer wil uittrekken.
Binnenkort zal het IPO in samenwerking met BoerenNatuur de bouwsteen agrarisch natuur- en landschapsbeheer presenteren. Daarin is veel aandacht voor de rol van de collectieven en de boeren.
Niet vrijblijvend
Als natuurdoelen in gebieden niet gehaald worden, dan moet er in overleg bijgestuurd worden. Dat kan door bijvoorbeeld het opschalen van vrijwillige kavelruil en door het bieden van interessante financiële vergoedingen ten opzichte van reguliere teelten. De inzet van boeren is niet vrijblijvend. Als afspraken over maatregelen niet worden nagekomen, dan kan dat in het uiterste geval leiden tot het intrekken van subsidies. Dit is al een bestaande afspraak bij agrarisch natuurbeheer.
Binnenkort zal het IPO in samenwerking met BoerenNatuur de bouwsteen agrarisch natuur- en landschapsbeheer presenteren. Daarin is veel aandacht voor de rol van de collectieven en de boeren. De exacte publicatiedatum is nog niet bekend.
Borging natuurbeheer
Verder draait het in de bouwsteen om natuurbeheer en natuurherstel. Bij natuurbeheer zijn de provincies en natuurorganisaties aan zet, bijvoorbeeld voor het verbeteren van de hydrologie in een Natura 2000-gebied. 'Beheer van natuur is de basis: zonder goed beheer hebben maatregelen gericht op natuurherstel slechts een tijdelijk effect', zo staat in het plan. Hiervoor vragen de partijen aan de Rijksoverheid om jaarlijks 200 miljoen euro beschikbaar te stellen.
Voor het geborgde natuurherstel voeren de provincies en natuurorganisaties bestaande afspraken uit het Natuurpact, Programma natuur en afspraken over versnelling van maatregelen, uit. Daarnaast kan er op basis van de natuurdoelanalyses extra inzet nodig zijn in sommige gebieden. De NDA's kunnen ook aangevuld of verbreed worden, zodat per gebied de drukfactoren duidelijker in beeld zijn en gekeken kan worden of er aanvullende maatregelen nodig zijn.
Inzet NDA's
De natuurdoelanalyses zouden ook gebruikt kunnen worden voor vergunningverlening, omdat deze volgens de ondertekenaars de meest recente wetenschappelijke informatie bevat. 'Wij onderschrijven de gezamenlijke inzet dat de NDA primair bedoeld is voor beleidsontwikkeling en weliswaar informatie kan bieden voor het ecologisch beoordelen van activiteiten in het kader van vergunningverlening, maar nooit rechtstreeks en op zichzelf – zonder nadere motivering – mag worden gebruikt als argument om vergunningen te weigeren of ondernemers op af te rekenen.'
Ook buiten de natuurgebieden is inzet nodig. In overgangsgebieden, wat veelal een agrarische functie heeft, kunnen er maatregelen getroffen worden als peilbeheer, vastlegging van Co2, vermindering van grondwateronttrekking en mestbeperkingen. Combinaties van dergelijke maatregelen zijn cruciaal voor effectief natuurherstel. Tegelijkertijd vragen deze maatregelen om zorgvuldige afstemming met andere functies en met de landbouw.'
Ook voor natuurbeheer vragen de betrokken partijen om geld van het Rijk. Om structurele financiële zekerheid te krijgen, is 200 miljoen euro extra nodig voor natuurbeheer en eenmalig 3,5 miljard euro voor herstelmaatregelen bij stikstofgevoelige natuur. Net als bij ANLb geldt hier ook: als de subsidie niet gebruikt wordt, zal deze ingetrokken worden.
Onafhankelijke toetsing en monitoring
In 2030 evalueren lagere overheden hoe de voortgang ervoor staat en of er nog bijgestuurd moet worden. Als het bereiken van de doelen in 2030 en 2035 door externe omstandigheden, zoals klimaatverandering, niet gehaald worden, dan zal gekeken worden of de doelstellingen bijgeschaafd moeten worden.
Zowel de natuurbeheermaatregelen als de maatregelen die in het kader van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer moeten worden getoetst door een onafhankelijke instantie. De partijen zien hiervoor een rol in een organisatie als de Ecologische Autoriteit.
Ook het monitoringssysteem moet beheerd worden dor een onafhankelijke organisatie. Deze focust zich op het bijhouden van de staat van de instandhouding van de habitats in de natuurgebieden. 'Dit is nodig om vergunningverlening weer mogelijk te maken. Monitoring mag niet het doel zijn, het is een middel om te kunnen vaststellen of doelen worden gehaald en zo nodig bij te sturen.'
Ondertekenaars
De Bouwsteen Natuur is ondertekend door het Interprovinciaal Overleg (IPO), de terreinbeherende organisaties LandschappenNL, Natuurmonumenten, de Unie van Bosgroepen en de Federatie Particulier Grondbezit (FPG), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Unie van Waterschappen (UvW). Staatsbosbeheer leverde een reflectie op het plan.
LTO positief over elementen uit natuurplan, zorgen over grondbeslag
LTO ziet dat de Bouwsteen Natuur aansluit bij de Bouwsteen Emissiereductie Landbouw die het IPO samen met NAJK, VNG en de Unie van Waterschappen eerder presenteerde.
De boerenorganisatie vindt het positief dat er aandacht is voor agrarisch natuurbeheer en dat de bouwsteen niet tot extra verplichtingen voor boeren leidt. Dat noemt LTO terecht, omdat de landbouwpartijen al hun verantwoordelijk nemen met het stikstofplan dat ze recent publiceerden.
LTO juicht het ook toe dat partijen in de nieuwe bouwsteen afspreken dat monitoring en toetsing van de natuurkwaliteit onafhankelijk geborgd moet worden.
Zorgen zijn er wel over de eventuele grondclaims. 'Alles staat of valt met een gelijktijdige aanpak met de door ons mede-opgestelde Bouwsteen Emissiereductie landbouw. Een spoedwet die de KDW vervangt door geborgde emissiereductiedoelen is een harde randvoorwaarde', schrijft LTO.

Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Beeld: Ruth van Schriek
Bronnen: IPO, LTO Nederland



