Geld voor vrijwillige krimp doorgeschoven naar de landbouwbegroting van de komende jaren

Voor het invoeren van de extensiveringsregeling, zoals de vrijwillige krimp later werd betiteld, is toestemming nodig uit Brussel. Deze toestemming liet lang op zich wachten. Het gevolg: de regeling gaat pas eind dit jaar open. De eerste betalingen voor het opkopen van fosfaatrechten worden dan ook pas begin 2026 verwacht, daarvoor maakt Wiersma een bedrag vrij van 186 miljoen euro gereserveerd.
Voorsorteren op toelating van Renure
In de begroting sorteert het ministerie van LVVN voor op de mogelijke toelating van Renure door de Europese Commissie. Op 19 november wordt deze toelating wederom ingebracht in het Europese nitraatcomité. Het gereserveerde bedrag van 125 miljoen euro is bedoeld voor het beschikbaar stellen van subsidies gericht op het stimuleren van Renure als kunstmestvervanger en voor emissiearme aanwendingstechnieken.
Veel investeringen gericht op mest
De 125 miljoen euro is niet het enige potje dat de minister inzet voor het reguleren van de mestmarkt. Voor de periode 2026 tot en met 2029 reserveert de minister 250 miljoen euro voor het 8e Actieprogramma nitraatrichtlijn en het mestbeleid. Het geld wordt ingezet ten behoeve van het Landelijke Meetnet, dat de effecten van het huidige en toekomstige mestbeleid in beeld brengt. Toezicht en handhaving en het nemen van maatregelen om de mestmarkt te reguleren.
Daarnaast kiest de minister ervoor het budget voor robots en digitalisering tot 2030 vast te stellen op totaal 137,4 miljoen euro. Dit geld is niet alleen bedoeld voor het inzetten van robots om arbeidskrachten te besparen. Het is ook nadrukkelijk bedoeld om het gebruik van precisietoepassingen bij bemesting sneller mogelijk te maken.
Geen geld voor boeren op het gebied van dierwaardigheid
De AMvB dierwaardige veehouderij heeft de gemoederen al flink bezig gehouden de afgelopen maanden. De zorgen van de boeren als het gaat om betaalbaarheid van de dierwaardige veehouderij zullen voorlopig nog wel blijven bestaan. De minister heeft voor de komende jaren 2026 tot 2030 56,4 miljoen euro gereserveerd om de uitvoering van de afspraken in het convenant en de maatregelen in de AMvB te ondersteunen. Dit gebeurt onder andere met behulp van onderzoek (op basis van de kennisagenda dierwaardige veehouderij), pilots en ketendeals en door het leveren van een bijdrage aan de oprichting van een Autoriteit dierwaardige veehouderij.
Geld ter ondersteuning van stalaanpassingen of andere steunmaatregelen voor boeren zijn niet terug te vinden op de (meerjaren)begroting. Hoewel de ketendeals boeren wellicht helpen met een plus op de prijs als zij aan de eisen van een dierwaardige veehouderij voldoen.
Dierverwaarlozing kost meer geld
Een opvallende post op de begroting is de post in beslag genomen goederen. De afgelopen jaren zijn er consequent meer dieren in bewaring of in beslaggenomen dan begroot. Dit leidde tot financiële tegenvallers die de minister op de nieuwste begroting compenseert door het opnemen van een aanvullend budget van 21,3 miljoen euro voor de periode 2025 tot en met 2028.
Veenweidegebieden
Op het gebied van natuur gaat het ministerie van LVVN ook met verschillende thema's verder volgend jaar. IN 2026 wordt 49,4 miljoen euro uitgetrokken voor de uitvoering van de samenwerkingsmaatregel Veenweiden en overgangsgebieden Natura 2000. Het gaat om aanvullende middelen bovenop financiering vanuit het GLB. De regeling wordt bij de tweede openstelling gericht op reductie van ammoniakemissie door extensivering van melkveehouderij en akkerbouwbedrijven in overgangsgebieden. Het budget is voor ondersteuning van de samenwerking en voor een jaarlijkse vergoeding voor extensivering en voor de bekostiging van aanpassingen aan het watersysteem, die samenhangen met de peilverhoging.
Voor het Programma Veenweide is 7,5 miljoen euro begroot. Deze middelen worden onder meer ingezet voor de uitvoering van het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden (NOBV) en onderzoek via het Veenweiden Innovatieprogramma Nederland (VIP-NL). Op basis hiervan vindt op diverse veenweidelocaties onderzoek plaats.
Wolf
Ook voor de aanpak van de wolf is geld uitgetrokken; 7,5 miljoen gaat naar de uitvoering van de Landelijke Aanpak Wolven. Deze loopt tot 2029. In 2026 wil LVVN onder andere aanvullende provinciale initiatieven ondersteunen voor het beschermen van vee tegen aanvallen van wolven. Ook werkt het ministerie samen met provincies aan de ontwikkeling van een ruimtelijke visie op de wolf in Nederland. Daarnaast wordt het Landelijk Informatiepunt Wolven doorontwikkeld volgend jaar.
Invasieve exoten
4,6 miljoen euro is geraamd voor de aanpak van invasieve exoten, zoals de Amerikaanse rivierkreeft. Volgend jaar ligt de focus vanuit LVVN op een verbeterde aanpak in samenwerking met provincies en andere overheden. Hiervoor is het Landelijk Aanvalsplan Invasieve Exoten de basis. De nadruk ligt daarbij op het voorkomen dat invasieve exoten zich in de Nederlandse natuur kunnen verspreiden. 'En als ze er toch zijn pakken we ze vroeg aan.', zo staat in de begroting. Met het programma 'Ontwikkeling Beheersingsaanpak Uitheemse Rivierkreeften' werkt LVVN aan een effectieve aanpak van deze invasieve soort.
Verder is er budget vrijgemaakt voor de ontwikkeling van een alternatief voor Aerius (11 miljoen), het verduurzamen van landbouwvoertuigen met waterstof, biogas en elektriciteit (16 miljoen), het voorkomen van verzilting (51 miljoen), mentale fitheid van boeren (6 miljoen), het programma BoerenPerspectief (31 miljoen).

Tekst: Hermien van der Aa
Woont en werkt op een melkveebedrijf in Hernen met als neventakken educatie en zorglandbouw. Sinds 2020 parttime redacteur melkvee bij Agrio, waar ze hoofdzakelijk schrijft voor de website melkvee.nl, het vakblad Melkvee en de regiobladen

Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Tweede Kamer