Nieuwe wet koppelt melkproductie per koe aan GVE-norm

In de Wet grondgebondenheid en verantwoorde mestafzet wordt vastgelegd dat de berekening van grootvee-eenheden afhankelijk wordt van de productie per koe.
Tot nu toe geldt een melkkoe standaard als 1 GVE, maar de nieuwe systematiek werkt met oplopende waardes (zie afbeelding hieronder).
Bij een gemiddelde productie van minder dan 5.625 kilo melk per jaar – telt een koe straks mee als 0,785 GVE. Bij een melkproductie rond de 8.000 kilo komt een koe uit op ongeveer één GVE. Dieren die boven de 12.624 kilo melk produceren, wegen met 1,31 GVE aanzienlijk zwaarder mee.
Ook voor jongvee zijn vaste waarden vastgelegd: kalveren tot een jaar oud tellen mee voor 0,23 GVE (dat is nu nog 0,25 GVE) en jongvee tussen één en twee jaar voor 0,53 GVE (op dit moment 0,50 GVE).
Lees verder onder de afbeelding
De koppeling tussen productie en grondgebruik gaat samen met een geleidelijke aanscherping van de eisen aan grondgebondenheid. Vanaf 2028 moet een melkveehouder beschikken over ten minste 0,20 hectare grond per GVE. Dat percentage loopt in stappen op tot 0,35 hectare per GVE vanaf 2034.
Daarbij geldt dat alleen grond binnen een straal van 25 kilometer rond het bedrijf meetelt. Grond die via een samenwerkingsovereenkomst wordt ingebracht, kan eveneens meetellen, mits die binnen diezelfde afstand ligt.
Drie nieuwe regio’s voor mesttransport
Naast de nieuwe rekenmethode voor GVE bevat het wetsvoorstel ook enkele andere ingrijpende maatregelen. Het gaat onder meer om een verbod op mesttransport over een afstand van meer dan 100 kilometer. Alleen vervoer binnen drie speciaal aangewezen regio’s blijft toegestaan. Zo vormt het noorden (Groningen, Friesland en Drenthe) één vervoersregio, het midden (Overijssel, Gelderland, Utrecht, Flevoland, Noord- en Zuid-Holland, exclusief Goeree-Overflakkee) de tweede, en het zuiden (Limburg, Noord-Brabant, Zeeland en Goeree-Overflakkee) de derde. Buiten deze regio’s geldt een maximale transportafstand van 100 kilometer.
Overtredingen van het nieuwe mesttransportverbod worden bovendien toegevoegd aan de Wet op de economische delicten, waardoor zij strafrechtelijk vervolgbaar worden.
Maatschappelijke landbouwgebieden
Verder krijgen provincies de verplichting om maatschappelijke landbouwgebieden aan te wijzen. In deze gebieden produceren boeren volgens Holman en Grinwis niet alleen voedsel, maar zorgen ze ook voor natuur, landschap en recreatie. Voor dat extra werk krijgen boeren betaald.
In deze gebieden geldt vanaf 2034 een maximale veebezetting van 1,5 GVE per hectare en kunnen lagere stikstofgebruiksnormen worden opgelegd. Boeren die in zulke gebieden te maken krijgen met beperkingen, komen in aanmerking voor een hectare-vergoeding, behalve wanneer zij meer dan 1,5 GVE per hectare houden.
Consultatie
Het wetsvoorstel ligt sinds 28 augustus ter internetconsultatie en moet volgens de indieners richting geven aan een landbouw die zowel grondgebonden als maatschappelijk verantwoord is. De consultatie eindigt op 29 september.