Initiatiefwet grondgebondenheid van NSC en ChristenUnie ter inzage: ‘Open uitnodiging voor kritiek’

Het is niet de bedoeling om een wet van bovenaf op de boeren neer te legen zonder dat zij daarop kunnen reageren, vertelt het NSC-Kamerlid. Holman is zeker van plan om het wetsvoorstel nog bij te schaven naar aanleiding van de reacties die uit de internetconsultatie naar voren komen.
Het wetsvoorstel houdt in dat in Nederland onderscheid gemaakt gaat worden tussen een agrarische hoofdstructuur, waar boeren intensief kunnen produceren, en maatschappelijke landbouwgebieden, waar boeren meer extensief moeten boeren, maar beloond worden voor het leveren van groenblauwe diensten (zie ook het interview met Holman eerder op deze site).
Het voorstel zal leiden tot een krimp van de melkveestapel, erkent Holman. „Maar ook zonder dit voorstel zal die krimp er komen”, stelt hij. Daarbij verwijst hij naar het verlies van derogatie, de afroming van fosfaatrechten en de vergrijzing in de sector. „Ons voorstel zet daar een alternatieve inkomstenbron tegenover, met de vergoeding voor maatschappelijke diensten.”
2032
ChristenUnie-Kamerlid Pieter Grinwis, die zijn naam ook onder het wetsvoorstel heeft gezet, wijst erop dat Nederland heeft afgesproken om in 2032 een grondgebonden melkveehouderij te hebben. „Dat moet je wel gaan regelen, en daar is steeds minder tijd voor.”
Grinwis heeft samen met Laura Bromet (GroenLinks/PvdA) al in oktober vorig jaar een motie ingediend die het kabinet vroeg om grondgebondenheid te regelen. „Maar hoewel twee derde van de Kamer die motie heeft gesteund, heeft minister Wiersma daar nog geen stappen in gezet”, stelt hij. „Dus nu doen wij het.”
Akkerbouw
Grinwis, zoon van een akkerbouwer, benadrukt dat met het voorstel de samenwerking tussen melkveehouders en akkerbouwers wordt gestimuleerd. Want de grond die met dit wetsvoorstel nodig is om een koe te mogen houden, betreft niet alleen grasland, maar ook bouwland waar rustgewassen op worden geteeld. De melkveehouder kan zijn mest dus ook plaatsen op akkerland, en de akkerbouwer kan zijn granen en veldbonen dan weer verkopen aan de melkveehouder, als veevoer.
De indieners verwachten dat een ruime meerderheid van de politieke partijen in kan stemmen met het wetsvoorstel. „Kijk bijvoorbeeld maar eens naar welke partijen een grondgebonden melkveehouderij in hun verkiezingsprogramma hebben opgenomen”, zegt Holman.
Zoet en zuur
Boerennatuur-voorzitter Marije Klever, zelf melkveehouder, is positief over het feit dat boeren in maatschappelijke landbouwgebieden in het wetsvoorstel een beloning krijgen voor het leveren van maatschappelijke diensten, en dat die langdurig wordt vastgelegd. „Op die manier verbind je het zuur - een melkveehouder moet krimpen - met het zoet - hij krijgt er een nieuw verdienmodel bij.” Wel vindt ze dat de inrichting van de maatschappelijke landbouwgebieden van onderop moet gebeuren, waarbij per gebied de plaatselijke boeren betrokken moeten worden, en kunnen aangeven wat er bij hen past.