Column: Orchideeën niet uitgestorven in Nieuwkoop

Het is zomaar een klein bericht in de regionale editie van het AD met de titel: Kritiek en aanmoedigingen bij aanpak van ‘stikstofdeken’ over het Nieuwkoopse groen: ‘De natuur lijdt’. De journalist laat een ecoloog van Natuurmonumenten aan het woord die de journalist duidelijk maakt dat de orchideeën in het natuurgebied zijn uitgestorven. En de ecoloog laat zich ook ontvallen dat maar weinig planten van stikstof houden en dat de overmaat aan stikstof teruggedrongen moet worden. Daarna mag de fractiewoordvoerder van D’66 van de gemeente het verhaal afmaken door te zeggen dat er stevig ingezet moet worden op stikstofreductie, natuurherstel en klimaatbeleid. De strekking van het artikel is dat het slecht gaat met de natuur en de gemeente te weinig doet.
Feiten checken
Nu is het misschien wat teveel gevraagd van een lokale verslaggever om feiten te checken, maar dat had het AD hier wel even mogen doen. Al was het alleen maar om zelf als medium geloofwaardig te blijven. Als die lokale verslaggever rond rijdt in zijn regio, zal hij gemerkt hebben dat er de afgelopen 15 jaar aardig wat boeren gestopt zijn rond de Nieuwkoopse Plassen. Dat zou al het inzicht op kunnen leveren dat de stikstofdepositie is afgenomen. Daar wordt in het artikel geen vraag over gesteld.
Florakartering
Maar het ging ook over orchideeën en dat is redelijk eenvoudig te controleren. Daar is in de Nieuwkoopse Plassen toevallig aardig wat onderzoek naar gedaan. Het belangrijkste rapport is een florakartering uit 2019 dat beschikbaar is op de website van de Ecologische Autoriteit. Daar staat ook een kartering uit 2009, zodat er nog een wat breder beeld geschetst kan worden over de ontwikkeling van orchideeën. Bij dit soort karteringen brengen onderzoekers heel precies in kaart welke soorten er voorkomen. Dat gebeurt gemiddeld eens in de twaalf jaar en dat is dus in 2019 voor het laatst gebeurd. Naast inzicht over kwaliteit levert dat de beheerders van de natuurgebieden informatie op om het beheer bij te sturen.
Riet- en brede orchis
In de rapporten wordt de nadruk bij vier soorten orchideeën gelegd, maar er komen daarnaast ook nog andere orchideeën voor. Ik loop ze even één voor één langs. De rietorchis komt volgens het rapport uit 2009 algemeen voor in het gebied en ten opzichte van een eerdere kartering is er in twee delen van het gebied een toename te zien. In het rapport uit 2019 staat dat de soort verspreid in het gebied voorkomt en er twee nieuwe groeiplaatsen zijn ontdekt. In het rapport uit 2019 staat ook een vergelijking met 2009 over het aantal aangetroffen exemplaren. De rietorchis nam iets toe van 808 naar 815 exemplaren.
Nummer twee is de brede orchis. In 2009 kwam deze soort op één locatie wat meer voor en daarbuiten verspreid over het gebied. In 2019 blijkt het plantje naast de al bekende plaatsen ook ‘in de Westveense polder, in de landjes aan de Kromme Mijdrecht’ voor te komen. Er is dus sprake van uitbreiding, maar de aantallen blijven ongeveer hetzelfde. In 2009 17 exemplaren en in 2019 16 exemplaren.
Daling of andere oorzaak?
Een blik op de tabel met aangetroffen exemplaren van de Veenmosorchis en Groenknolorchis laten wel een daling zien ten opzichte van 2009. De Veenmosorchis is drie keer waargenomen in 2019, terwijl dat in 2009 nog 19 keer was. Bij de Groenknolorchis zijn de aantallen respectievelijk 101 en 151. Ik schrijf bewust het woord ‘waargenomen’, want de onderzoekers verklaren elders in het rapport dat ze zeer waarschijnlijk exemplaren over het hoofd hebben gezien.
Citaat: ‘Veenmosorchis is, in tegenstelling tot de meeste andere soorten, dit jaar minder aangetroffen dan de voorgaande karteerperiode (2006-2009). Voor Veenmosorchis geldt dat deze soort waarschijnlijk op verschillende plaatsen gemist is. Deze soort is zeer moeilijk waarneembaar en verschillende oude groeiplaatsen waren voor half juli, en dus het bezoek voor deze soort, al gemaaid.’
De onderzoekers waren dus te laat in het gebied om de soort overal goed in kaart te brengen. Bij de Groenknolorchis voeren de onderzoekers twee oorzaken aan voor de daling van het aantal waargenomen exemplaren. In de eerste plaats concluderen de onderzoekers: ‘Hoewel deze soort op veel plagplaatsen nieuw is verschenen, lijkt de pioniersoort op verschillende oude groeiplaatsen in de slootkant te zijn verdwenen.’
De onderzoekers leggen hier uit dat bij veroudering van veengebieden de groeiplaatsomstandigheden afnemen. Door beheermaatregelen zoals afplaggen hou je als beheerder de plant in het natuurgebied. In plaats van stikstofdepositie lijkt hier gebrek aan beheer dan een reden te kunnen zijn. Maar daar maken de onderzoekers geen melding van. Hun uiteindelijke conclusie stelt de natuurbeheerder gerust, want er lijkt sprake te zijn van een ‘karteereffect’. In 2019 is het hele gebied in één keer gekarteerd en behorende bij het rapport van 2009 is een bundeling van inventarisaties gedaan van 2006 tot en met 2009. In het hoofdstuk waarin ze de karteringen vergelijken staat: 'Groenknolorchis lijkt gelijk gebleven'.
Kwalijk
De conclusie op basis van deze intensieve inventarisaties is dus dat de orchideeën in ieder geval in 2019 nog niet uitgestorven waren. Een recentere kartering is er niet. De aantallen zijn volgens de deskundigen gelijk gebleven over een periode dat er diverse boerenbedrijven hun deuren sloten rondom en in het gebied. Het is dus zeer onwaarschijnlijk dat er anno 2025 geen orchideeën meer voor zouden komen, laat staan dat de hoge stikstofdepositie daar een rol in speelt. Het is eigenlijk best kwalijk dat Natuurmonumenten daarmee schermt en dat een verslaggever dat gewoonweg aanneemt. Hier mag wat mij betreft best wat vaker tegen geageerd worden.