PvdD geeft de veehouderij de schuld van de wereldproblemen, de ChristenUnie wil naar kringlooplandbouw

Bij de PvdD is alles is de schuld van de vee-industrie
Er is veel mis met deze wereld, vindt de PvdD. „Veel mensen zitten vast in niet-geïsoleerde en beschimmelde woningen, met hogere energie- en zorgkosten als gevolg", stelt de partij in haar verkiezingsprogramma. „Onze leefomgeving is ongezond doordat de overheid toestaat dat vervuilende stoffen worden gedumpt. PFAS hoopt zich op in onze lichamen en in zee. Kinderen krijgen hersenziekten onder de rokende schoorstenen van Tata Steel. En omwonenden van de lelieteelt leven dag in dag uit met landbouwgif."
Maar die problemen zijn eenvoudig aan te pakken, want de partij weet wie de schuldige is: de vee-industrie. Daarom wil de partij - het zal u niet verbazen - de Nederlandse veestapel fors laten krimpen. Met 75 procent binnen twee jaar. Daarnaast komt er een burgerberaad over de toekomst van de veehouderij. Tot die tijd moeten stalsystemen worden aangepast aan de behoeften van het dier. Alle dieren in de veehouderij krijgen vrije uitloop, er komt een eind aan het gebruik van kooien en een verbod op de productie van blank kalfsvlees.
Diertransporten worden aangepakt: een transport mag maximaal twee uur duren, en er komt een kilometerheffing op diertransport. Transportwagens krijgen glazen wanden, net als delen van slachthuizen en stallen.
Maar de dierenpartij houdt niet op bij de veehouderij. Ook de akkerbouw pakt ze aan. De PvdD wil meer boeren, en dan vooral kleinschalige boeren, en een omslag naar een meer plantaardig dieet. Maar tegelijk komt er een verbod op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (‘landbouwgif’) in de land- en tuinbouw, en beramen en akkerranden worden zo natuurlijk mogelijk ingericht. Terwijl de partij met de krimp van de veestapel de beschikbaarheid van natuurlijke mest fors reduceert, wil ze het gebruik van kunstmest verbieden, net als het injecteren van mest. Intensieve grondbewerking wordt niet meer toegestaan. De Europese landbouwsubsidies worden afgeschaft.
ChristenUnie wil dat ook de consument bijdraagt aan de transitie naar een duurzame landbouw
De plannen van de ChristenUnie met de landbouw zijn minder radicaal. De partij begint de landbouwparagraaf van haar verkiezingsprogramma met het uitspreken van waardering voor de boer, die „met inzet van veel tijd en veelal tegen te lage prijzen, ons van voedsel voorzien en voor onze omgeving zorgen. Intussen dragen ze bij aan ons prachtige Nederlandse landschap en geven ze als rentmeesters invulling aan Gods opdracht om de schepping te bewerken en te bewaren.“
Maar desondanks wil de partij naar een meer extensieve en natuur-inclusieve landbouw, met uiteindelijk een kleinere veestapel. Want de richting waarin de landbouw zich nu heeft ontwikkeld heeft volgens de partij geleid tot een verstoring van het evenwicht met de omgeving en de natuur.
Om die balans te herstellen wil de Christenunie binnen tien tot vijftien jaar toe naar een grondgebonden melkveehouderij, en een verplichting voor de niet-grondgebonden sectoren om hun mest te verwerken. Nutriëntenkringlopen worden gesloten en ook op Europese schaal moet een omslag komen naar kringlooplandbouw.
De ChristenUnie wil toe naar zoveel mogelijk doelsturing in plaats van middelvoorschriften. Met een nog te ontwikkelen duurzaamheidsdashboard, met een daaraan verbonden beloning- en heffingensysteem, krijgen boeren inzicht in hun prestaties en de mogelijkheid om hier zelf bij te sturen.
Op deze manier wil de partij ook de stikstofemissies op landbouwbedrijven aanpakken, met een heffing op emissies bovenop de onvermijdelijke uitstoot, en een financiële beloning voor de opslag van CO2 in de bodem.
Maar de omslag moet niet enkel van de boeren komen. De ChristenUnie wil ook dat de maatschappij, en de consument, meer waardering krijgt voor het voedsel dat die eet. Ze wil toe naar een nieuwe eetcultuur, waarin regionale producten en producenten centraal staan. De overheid moet regionale samenwerkingen tussen boeren, inwoners en gemeenten ondersteunen, zoals bijvoorbeeld bij regionale voedselmarkten en gebiedscoöperaties. Op alle voedsel wordt vermeld waar het vandaan komt, zodat de consument bewust kan kiezen voor regionaal voedsel.
Daarnaast moeten boeren een eerlijke prijs voor hun producten krijgen. Supermarkten moeten boeren structureel en transparant belonen voor de prestaties die ze leveren op het terrein van dierenwelzijn en milieu. De ChristenUnie wil een Economische autoriteit landbouw, die oog houdt op het economisch perspectief voor boeren, zeker bij de omslag naar een meer duurzaam landbouwsysteem.

Tekst: Wim van Gruisen
Zoon van een Zuid-Limburgse pluimveehouder met eigen slachterij, geschoold als econoom. Sinds 2011 in dienst van Agrio, waar hij artikelen schrijft voor de regio- en vakbladen en de Agrio-websites. Zijn focus lag aanvankelijk op landbouweconomie, tegenwoordig vooral op de Haagse en Brusselse politiek.
Beeld: Ellen Meinen
Bronnen: www.christenunie.nl, l, library, download, urn:uuid:bfeabfafddecfcb, christenunie+verkiezingsprogramma++nieuwe+verbondenheid.pdf, assets.partijvoordedieren.nl, assets, algemeen, 2.-Documenten, Congresstukken, 7.-Ontwerpverkiezingsprogramma-PvdD-TK25.pdf