Jagersvereniging herziet wolvenstandpunt: ‘Ruimte met grenzen’

De Jagersvereniging erkent in een toelichting op haar herziene standpunt dat de wolf een inheemse diersoort is en dat natuurwaarden van belang zijn. Maar zij benadrukt tegelijkertijd veiligheid, biodiversiteit en maatschappelijk draagvlak minstens zo zwaar wegen. ‘Nederland is een klein, dichtbevolkt land met een versnipperd cultuurlandschap, intensieve recreatie en veehouderij. Daardoor is het leefgebied voor wolven beperkt en zijn beheermaatregelen onvermijdelijk.’
Wanneer ingrijpen
Directeur Laurens Hoedemaker: „De aanwezigheid van wolven kan in bepaalde gebieden samengaan met andere natuurwaarden, maar niet overal en niet zonder grenzen. Het gaat niet om de vraag óf we moeten ingrijpen, maar wanneer. Daarom pleiten wij voor een duidelijk beleid, dat nu ontbreekt.”
Houdbaar wolvenbeleid
De Jagersvereniging pleit voor een realistisch, landelijk gecoördineerd en juridisch houdbaar wolvenbeleid, met ruimte voor preventieve maatregelen én gericht ingrijpen. Alleen zo kunnen onveilige situaties, grote economische schade en verlies aan biodiversiteit worden voorkomen.
Sleutelrol jagers
Jagers spelen hierin een sleutelrol. ‘Zij zijn wettelijk verantwoordelijk voor faunabeheer, goed opgeleid en lokaal verankerd’, aldus de Jagersvereniging. ‘Daarmee vormen zij de ogen en oren in het veld en leveren zij deskundige bijdragen aan monitoring, bescherming en – indien noodzakelijk – beheer.’
Helder uitvoerbaar beleid
De Jagersvereniging roept rijk en provincies op om helder, uitvoerbaar beleid op te stellen en gebruik te maken van de ruimte die de huidige wetgeving biedt. Hoedemaker: „We willen naar een systeem waarin zowel ecologische doelen als draagvlak bij de bevolking leidend zijn. Alleen dan kan de aanwezigheid van de wolf in ons land duurzaam worden ingepast.”
Lees hier het volledige nieuwe standpunt van de Jagersvereniging.
En lees hier het oude wolvenstandpunt van de Jagersvereniging.

Tekst: Erik Kruisselbrink
Is als freelance vakbladredacteur van vele markten thuis.
Beeld: Ruth van Schriek Agrio Archief