Afschot broedende ganzen door Natuurmonumenten tot afschuw van jagers

BBB-Statenlid in Zuid-Holland en zelf ook jager Heidi Looij toont zich een van de felste tegenstanders van het afschieten van broedende ganzen. Zij heeft er dan ook twee weken geleden Statenvragen over gesteld. „In Zuid-Holland zijn ze er al anderhalve maand mee bezig. De ganzen waren namelijk vroeg dit jaar. Onweidelijk om zoiets te doen. Jagers schieten niet op broedende ganzen. Maar Natuurmonumenten doet het wel. Want het mag, is hun argument. Animal Rights, Fauna4Life en andere dierenrechtenorganisaties hoor je nu niet, ongelooflijk.”
Botulisme en vogelgriep
Uiteraard vindt Looij ook dat ganzen moeten worden beheerd. „Er zijn er veel te veel in Nederland.” Met alle schade aan landbouwgrond van dien en neveneffecten als botulisme, blauwalg en vogelgriep. Maar je kunt ganzen ook op een andere manier beheren. Met nestbewerking, het beheer van koppelvormende ganzen die nog geen jongen hebben en het beheer van jonge ganzen.”
Op verzoek van de provincie
Looij meldt verder dat de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging en de Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer (NOJG) nu in geweer zijn gekomen tegen de methode. Daarbij worden door ‘ganzenbestrijdingsteams van Natuurmonumenten broedende ganzen van het nest schieten. Dat gebeurt op verzoek van de provincie. ‘Ook worden ganzen die in de rui zijn - wanneer ze hun veren wisselen en niet kunnen vliegen - bijeengedreven en vergast.’
Niets met jacht te maken
Volgens beide jagersverenigingen heeft dit niets met jagen of jagers te maken. ‘Het is noodzakelijk dat provinciale overheden het aantal ganzen wil terugbrengen. De schade die ganzen aan landbouwgewassen en natuur veroorzaken en het aantal botsingen van ganzen met vliegtuigen nemen nog steeds toe.’ zeggen Laurens Hoedemaker, directeur van de Jagersvereniging en René Leegte voorzitter van de NOJG.
In strijd met de regels
Het doden van ganzen in hun meest kwetsbare periode is echter in strijd met de Europese regels, stellen de jagersverenigingen. ‘In de Vogelrichtlijn staat dat ganzen in de herfst én winter bejaagd mogen worden en slechts bij uitzondering in de periode dat zij naar hun broedgebieden trekken, broeden en hun jongen verzorgen. Het schieten van ganzen op het nest veroorzaakt onaanvaardbaar dierenleed, omdat de jongen gewond raken of zonder ouderdieren achterblijven.’
Nazomer, herfst en winter
De beide jagersverenigingen pleiten voor het beheren van de ganzenpopulatie in de nazomer, herfst en winter. ‘Dat is de tijd waarin de ganzen geen eieren of jongen meer verzorgen, terwijl de vraag naar wild in restaurants, winkels en bij particulieren op haar jaarlijkse hoogtepunt is.’ Ook doen zij een oproep aan de terrein beherende organisaties zoals Natuurmonumenten om mee te werken aan normaal populatiebeheer in het jachtseizoen om dit soort excessen te voorkomen. De Jagersverenigingen stimuleren naar eigen tot slot haar leden en lokale jagersverenigingen (WBE’s) om samen met provincies, boeren en terreinbeheerders afspraken te maken over ‘fatsoenlijk en effectief ganzenbeheer’.
Verweer Natuurmonumenten
Natuurmomenten meldt in een reactie op een krantenbericht van deze strekking in het AD dat ganzenbeheer zorgt voor enorme dilemma’s bij Natuurmonumenten. ‘Als natuurbeschermingsorganisatie willen wij geen dieren doden. Soms is dit nodig om populaties op een bepaald niveau te houden. Als de samenleving, middels wetgeving en provinciaal ganzenbeleid, dat toch van ons vraagt dan doen wij dat in onze gebieden zelf. Dan hebben we de zekerheid dat er zo min mogelijk dieren onnodig worden gedood en verstoord.’
Beheer in het voorjaar
‘Veel maatregelen die ogenschijnlijk diervriendelijker lijken, zoals eieren schudden, rapen of prikken, blijken niet effectief genoeg’, vervolgt Natuurmonumenten. ‘De aantallen zomerganzen nemen namelijk nog steeds toe. We beheren ganzen enkele dagen in het vroege voorjaar (maart) als ze koppels vormen en ook als ze net op een nest zitten. De reden om dat te doen is dat we in totaal veel minder ganzen hoeven te doden. Als we 20 broedparen schieten in het voorjaar voorkomt dit dat we minstens 200 ganzen moeten schieten in het najaar voor eenzelfde resultaat. Daarbij schieten we nooit op dieren die al jongen hebben en controleren we altijd of het dier daadwerkelijk is gedood.’
Landbouw en vliegverkeer
Volgens Natuurmonumenten is de hoeveelheid zomerganzen in Zuid-Holland zo groot dat dit schade voor landbouw en onveiligheid voor luchtverkeer tot gevolg heeft. ‘Daarom zijn er door de provincie jaren geleden al afspraken gemaakt met boeren en terreinbeheerders om samen maatregelen te nemen om de populatie terug te brengen tot ‘maatschappelijk aanvaardbare’ omvang. Natuurmonumenten werkt daar onder voorwaarden aan mee. Zoals de voorwaarde dat de bescherming van overwinterende trekganzen beter wordt geborgd en dat dierenwelzijn voorop staat.’

Tekst: Erik Kruisselbrink
Is als freelance vakbladredacteur van vele markten thuis.
Beeld: Ruth van Schriek Agrio Archief