Schapenhouders hoeven geen I&R-heffingen te betalen vanwege 'zorgwekkende' situatie in sector

Het niet hoeven te innen van de I&R heffingen voor UBN schaap, en bijbehorende geboorte- en aanvoermeldingen levert de sector 2,2 miljoen euro op. 'Het gaat hierbij om vaak relatief kleine bedragen per bedrijf. Toch vind ik het van belang om ook op deze manier te tonen dat ik alle mogelijkheden aan wil grijpen om de sector te helpen', schrijft Wiersma in een Kamerbrief.
Uit het nieuwe rapport blijkt dat schapenhouders gemiddeld genomen een zeer laag inkomen uit hun bedrijf halen en daardoor neemt het aantal schapen in Nederland af. Als het beleid niet verandert, zal de omvang van de sector verder afnemen. Het gevolg is dat in sommige regio's de schapenhouderij niet of nauwelijks meer aanwezig zal zijn. 'Ik vind deze conclusies zeer zorgwekkend', aldus Wiersma.
Belangrijke redenen die in het rapport genoemd worden zijn de afname van beschikbare grond voor schapenhouders in Nederland en de opkomst van de wolf. De blauwtonguitbraak heeft voor individuele schapenhouders grote gevolgen gehad, maar de verwachting is dat de gevolgen voor de lange termijn beperkt zullen zijn.
Verdienmodel verbeteren
Om de schapensector te behouden voor de lange termijn, heeft de minister een Actieplan Schaap uitgewerkt. In het kader hiervan gaat ze een nog nader te bepalen aanjager benoemen. Een onderdeel van zijn opdracht moet zijn dat hij met betrokkenen gaat kijken hoe het verdienmodel van schapenhouders verbeterd kan worden voor werk met bijzondere maatschappelijke waarde, zoals begrazing in natuurgebieden en op zeedijken. In de verkenning kan worden voortgebouwd op gesprekken die in het kader van het landbouwakkoord zijn gevoerd aan de sectortafel schapenhouderij. Ook zal gekeken worden of bepaalde pachtafspraken het verdienmodel kunnen verbeteren.
Daarnaast gaat de minister in overleg met provincies verder onderzoeken welke instrumenten, zoals binnen het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer, een bijdrage kunnen leveren aan de waardering van publieke diensten die de schapensector levert.
Vraag schapenproducten vergroten
De minister wil ook de vraag naar duurzame schapenproducten stimuleren. Hiervoor trekt het kabinet voor de periode tot en met 2027 zo'n 275.000 euro uit. Dit is in lijn met de ondersteuning van de andere sectoren binnen het Marktprogramma Verduurzaming Dierlijke Producten. In 2027 zal Wiersma besluiten of er na 2027 ook nog financiƫle ondersteuning nodig is.
Wiersma: 'Met deze inzet ga ik samen met de sector aan de slag. Ik vind het van groot belang dat deze waardevolle sector een volwaardig toekomstperspectief heeft en houdt. Daar draag ik graag met volle inzet aan bij.'