Akkerbouwer Bruining investeert in nieuwe bewaarschuur voor uien en aardappelen

Op het akkerbouwbedrijf van Kars Bruining springt de bewaarschuur met rode zijgevels direct op. De nieuwe schuur heeft een afmeting van zestig bij twintig meter. Voor op het erf staat ook een bewaarschuur. Deze heeft dezelfde inhoud, maar een andere afmeting, namelijk veertig bij dertig meter. Net als de schuur is de erfverharding strak en netjes afgewerkt. Bruining is dik tevreden. Voor de bouw nam hij Van Ee Hallenbouw uit Wekerom in de arm. ‘In februari startte het grondwerk en halverwege mei was de bouw klaar. Alles verliep gesmeerd en volgens planning. Afspraken waren duidelijk en de medewerkers van Van Ee pakten de bouwwerkzaamheden voortvarend op. Het was als een geoliede machine’, blikt hij terug.

Flexibel

In de nieuwe bewaarschuur kan circa 900 ton uien of 1050 ton aardappelen worden opgeslagen. De akkerbouwer kan niet alle uien in de nieuwe opslag kwijt: van de 32 ha uien die hij teelt, kan hij 18 tot 19 ha in de schuur kwijt. Voorheen verkocht Bruining de uien voornamelijk af land. Met meer opslagcapaciteit is hij flexibeler in het bepalen van het juiste verkoopmoment omdat hij de uien langer kan bewaren en is hij minder afhankelijk van vrachtwagens om de uien te vervoeren. ‘In september en oktober moet er op het bedrijf veel werk verzet worden en omdat ik de uien nu langer op kan slaan, biedt dat werkspreiding en de mogelijkheid om een gunstig verkoopmoment te kiezen’, vat hij samen.

Bouwblok vergroot

De nieuwe schuur heeft niet alleen een andere afmeting, maar is ook een stukje lager dan de ‘oude’ schuur. De goothoogte mocht niet hoger dan 5,70 meter zijn, besloot de gemeente Stadskanaal, terwijl de andere schuur 5 meter hoog is. ‘We wilden voor de eenheid op het erf het liefst dezelfde hoogte van beide schuren. De goothoogtes zijn nu wel gelijk omdat de verdiepingshoogte van de achterste loods lager is gebouwd.’ Om de bouw mogelijk te maken, werd het bouwblok verplaatst en vergroot.

Van Westreenen zorgde ervoor dat de benodigde vergunningen geregeld werden. Bruining: ‘De ruimtelijke onderbouwing bij de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht – MS), stikstofberekeningen, landschappelijke inpassing en alles er omheen nam VanWestreenen op zich. Van Ee deed alles wat bouw-gerelateerd was. Beiden werkten daarin heel goed samen, ook dat verliep vlekkeloos.’ Deze winter wordt achter op het erf nog een sloot aangelegd, een eis die voortkomt uit het aantal vierkante meters verharding dat het bouwblok telt. Bruining kijkt er naar uit om de uien dit najaar in de schuur op te kunnen slaan. Ook al kan hij niet alle uien kwijt, deze uitbreiding in opslag stemt hem goed. ‘Dit geeft veel rust.’