Kabinet positief over voorstel Europese Commissie voor vergoeding extreem weer

‘Boeren in heel de Europese Unie zetten hun schouders onder de ontwikkeling naar een veerkrachtige en weerbare landbouwsector, en tegelijkertijd leveren ze een belangrijke bijdrage aan de voedselzekerheid in Europa. Het is daarom zorgelijk dat dit jaar boeren in Centraal-, Zuid- en Oost-Europa, zijn getroffen door overstromingen en boeren in Zuid-Europa ook door bosbranden. Door deze extreme weersomstandigheden is landbouwproductiepotentieel vernield, met onder meer inkomstenverliezen voor agrariërs tot gevolg’, schrijft Wiersma. ‘Ik leef mee met de Europese boeren en tuinders die door extreme weersomstandigheden zijn getroffen en stel mij constructief op bij de wijziging van POP3.’

Aanpassing

De Europese Commissie doet het voorstel om de huidige verordening die geldt voor POP3 aan te passen. EU-lidstaten zouden dan de mogelijkheid krijgen om onbenutte middelen uit het POP3 in te kunnen zetten voor boeren (en boseigenaren en MKB’ers) die ten gevolge van natuurrampen na 1 januari 2024 schade hebben geleden. Getroffen lidstaten krijgen zo de mogelijkheid om gerichte liquiditeitssteun te verlenen. Er wordt dus geen aanvullend nationaal budget toegevoegd, schrijft Wiersma.

Het maximumaandeel van de steunbijdrage mag maximaal 10 procent van het POP-budget over de jaren 2021 en 2022 bedragen. ‘Voorwaarde voor het verlenen van aanvullende steun is dat de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat formeel erkent dat er te rekenen vanaf 1 januari 2024 een natuurramp is opgetreden die heeft geleid tot een verlies van tenminste 30 procent van het betrokken productiepotentieel. Het subsidiepercentage mag 100 procent van het verlies bedragen met een maximum van 42.000 euro per aanvrager’, aldus Wiersma.

Nationale invulling

Volgens de LVVN-minister ziet het kabinet dat het voorstel van de Commissie meer ruimte biedt voor het verlenen van specifieke sectoren getroffen door natuurrampen. ‘Bij de eventuele nationale invulling zal ik rekening houden met de ondersteuning van de boerenpraktijk, de doelen in het landelijk gebied voor natuur, water en klimaat en de uitvoerings- en handhavingslasten. De voorstellen van de Commissie dienen in dat grotere geheel te worden bezien.’

Het kabinet onderzoekt of de wijziging van POP3 ook toepasbaar is voor Nederland en of het kabinet hier dan gebruik van wil maken. ‘Hiervoor heb ik nauw contact met de provincies, omdat wij gezamenlijk het Plattelandsontwikkelingsprogramma uitvoeren. Daarbij zou een Nederlandse invulling ook moeten passen binnen de uitvoeringscapaciteit van de RVO’, schrijft de minister.

Meerderheid

De Commissie streeft ernaar om op korte termijn lidstaten te vragen naar hun positie met betrekking tot het voorstel voor de wijziging van de verordening POP3. Bij een meerderheid vóór het voorstel, zal dit naar verwachting voor goedkeuring naar het Europees Parlement worden verzonden.